‘Bear Family Records’ is een Duits platenlabel uit Holste in de buurt van Bremen dat al in 1975 werd opgericht door muziekverzamelaar Richard Weize. Hun nog steeds geldende kerndoel is het uitbrengen van compilatiealbums en cd’s in boxset-formaat rond een specifiek muziekthema of een geselecteerde artiest van betekenis voor de grote muziekgeschiedenis. Hun keuze aan artiesten voor deze platen komt uit de wereld van country, rockabilly, rock’n’roll, R&B, blues, soul, jazz en zelfs ‘Neue Deutsche Welle’ (jaren ‘70 punk en new wave uit Duitsland) en Duitse schlagers.

De songs die ‘Bear Family Records’ voor deze albums selecteren zijn vaak zeldzame opnamen of niet meer te verkrijgen nummers van artiesten met enige naam en faam. In het verleden passeerden zo al grote legendarische vedetten zoals o.a. Waylon Jennings, Jim Reeves, Johnny Cash, Willie Nelson, ‘The Everly Brothers’, Petula Clark, Fats Domino, Ricky Nelson, Jerry Lee Lewis en Dolly Parton. In de volgende weken zullen we u op deze ‘Rootstime’-recensiepagina’s enkele nieuwe uitgaven van dit ‘collectors item’ uitbrengende platenlabel voorstellen.

Onze keuze viel vandaag op een dubbelalbum over de muzikale carrière van Dorsey Burnette, broer van de wellicht beter gekende Johnny Burnette. “The Complete Reprise And Motown Recordings Plus…(1962-1965)” geeft een volledig overzicht van alle nummers die Dorsey Burnette heeft opgenomen voor de twee beroemde platenlabels ‘Reprise Records’ (eigendom van Frank Sinatra) en het populaire soullabel ‘Motown Records’. Die songs werden gebundeld in 25 ‘geremasterde’ liedjes die te beluisteren zijn op de eerste cd van deze tweeledige verzamelplaat. De tweede cd bevat twintig nummers van Dorsey Burnette die nooit eerder op cd zijn verschenen en die nu dankzij ‘Universal Music International’ op deze tweede zilveren schijf een plekje hebben gekregen.

Maar eerst wat informatie over deze zanger, songschrijver en veelvuldig vertolker van eigen liedjes en van covers van door andere songschrijvers aangeboden nummers. Dorsey Burnette had in zijn loopbaan een echte passie voor rock’n’roll-, soul- en countrymuziek. In het begin van zijn carrière speelde hij op contrabas mee in ‘The Rock’n’Roll Trio’ met zijn broer Johnny en een vriend Paul Burlison die op leadgitaar speelde. Hij componeerde samen met zijn broer Johnny ook liedjes voor o.a. Ricky Nelson waaronder “(There Was A) Tall Oak Tree” en “Hey Little One”.

Dorsey werd geboren in Memphis, Tennessee op 28 december 1932 twee jaar voor zijn broer Johnny die op 25 maart 1934 het levenslicht zag. Zijn eerste interesse ging uit naar atletiek, daarna naar het boksen en nog wat later naar de rock’n’roll-muziek die de broers in het begin speelden op gitaren die ze van hun vader hadden gekregen. Na enkele jaren optredens te hebben gespeeld als ‘The Rock’n’Roll Trio’ zonder enig succes in de hitlijsten trok Dorsey in 1956 naar de ‘Fabor Studio’ van producer Fabor Robinson in Malibu, Californië waar hij vier liedjes opnam voor twee singles: “Let’s Fall In Love” en “The Devil’s Queen” op de A- en B-zijde van de eerste single en “Jungle Magic” en “At A Distance” op beide kanten van de tweede single.

Na een korte periode waarbij Johnny en Dorsey optraden als ‘The Burnette Brothers’, ‘The Texans’ en ‘The Shamrocks’ en waarin ze samen liedjes begonnen te schrijven voor andere artiesten zoals Ricky Nelson en Roy Brown besloot Dorsey om net als zijn broer resoluut voor een solocarrière te gaan. De eerste singles die hij uitbracht voor ‘Era Records’ en ‘Dot Records’ kenden amper enig succes. Dat kwam er pas in 1962 toen hij een contract kreeg bij Frank Sinatra’s platenlabel ‘Reprise Records’. De eerste singles waren ook geen groot succes maar dat kwam er daarna wel met de nummers “Foolish Pride”, “Hey Sue”, “Invisible Chains” en “Where’s The Lonely Girl?”. Daarna verhuisde Dorsey Burnette een laatste keer naar het ‘Mel-O-Dy’-label, een subdivisie van ‘Motown Records’.

In augustus 1964 verdronk zijn broer Johnny bij het vissen op Clear Lake, Californië hetgeen Dorsey daarna nooit meer helemaal te boven kwam. Hij nam nog een paar liedjes op voor zijn laatste label, maar het beoogde succes bleef altijd uit. In de jaren ’70 werd Dorsey een ‘born-again’-christen en stortte hij zich op het creëren van countrymuziek waarmee hij enkele hits wist te scoren. Hij begon ook filmmuziek te componeren, o.a. samen met gitarist Duane Eddy en Doug Goodwin. Maar op 19 augustus 1979 kreeg hij in zijn huis in Canoga Park, Californië een zware hartaanval waardoor er een plotse einde aan zijn muzikale loopbaan kwam en hij op 46-jarige leeftijd het leven liet. Dorsey Burnette werd na zijn veel te vroege dood nog postuum opgenomen in de ‘Rockabilly Hall Of Fame’.

(valsam)